INTRODUCTION
HISTORY
PROJECTS
BOOKS

Educational books: our catalogue CATALOGUE

VIRTUES
FAMILY
MATHS
NATURE
ART
MUSIC
600 GAMES
PROFESSIONS
HEALTHY FOOD
LETTERS & WORDS
FOR TINY TOTS
E-BOOKS
HEALTHY RECIPES
KIDS CREATIVITY
DOWNLOAD
ROLE GAMES
IDEAS & PROGRAMS
COOPERATION
WORKSHOPS
FORUM
CONTACT US
ORDER NOW
 
© 2005-2006
Contact: webmaster

22-mar-06
CLICK HERE TO
BOOKMARK OUR SITE
 
 
 
 

 

CATALOGUE OF OUR CHILDREN'S BOOKS
kindbook
PHONE/FAX of KINDBOOK.COM MAP of KINDBOOK.COM Kind book: SEARCH
Purchase our books

 

OVERAL ZIJN WONDEREN

Toen Roodje en Snelvoet bij het meer kwamen, was de zon al hoog in de hemel. Het water in het meer schitterde daarom in het licht van de zon en ze knepen hun ogen half dicht toen ze het meer voor het eerst zagen.

‘Kijk eens naar het meer, Roodje. Het schittert zo mooi, ik weet zeker dat het precies is waar je zoveel van houdt,' zei Snelvoet op een bemoedigende manier.

‘Het is zeker mooi hier,' gaf Roodje toe. ‘De grote blauwe hemel hierboven en daaronder al die heldere kleuren die in het water weerspiegeld worden, als een oceaan van zonnelicht. Hier zijn zo veel zonnestralen, dat ik ze nooit allemaal kan verstaan. Ik kan maar met één zonnestraal tegelijk spreken'.

‘Maak je geen zorgen, dat leer je wel,' zei Snelvoet. ‘Je kan met bijna iedereen praten, zelfs met de rotsen als je dat zou willen. En kijk eens hoeveel dat er zijn!'

‘Hierheen!' riep Snelvoet. “In deze rotsen is een kleine grot waarin je kan slapen en de bodem is zacht. Daar kan je een hol in graven. Daar kan geen roofdier bijkomen'. Zonder op een antwoord te wachten, klom Snelvoet er weer uit en sprong meteen daarna in de richting van iets nieuws. ‘Kom op,' zei hij. ‘Ik zal je laten zien waar je planten aan het water kunt vinden die eetbaar zijn. Je kan ze ook laten drogen en dan heb je wat voor de winter bewaard. Soms kan je zelfs een vis zien liggen. Ik heb weleens vis gegeten, best lekker eigenlijk'.

‘Dank je Snelvoet,' antwoordde Roodje. ‘Maar ik denk dat ik mijzelf wel kan redden. Nu wil ik eigenlijk alleen maar in stilte zitten en luisteren'.

Snelvoet hield niet van stilte en rustig ergens zitten: ‘Waarom zouden we dat doen? Laten we de maaltijd maar uitpakken die je mee hebt genomen, en daarna wordt het tijd dat ik weer naar huis ren. De zon begint te zakken, zie je niet?'.

Nadat ze hadden gegeten, richtte Snelvoet zich tot zijn broer: ‘Wel, Roodje, tot ziens! Ik kom gauw weer bij je langs om je te laten zien wat voor leuke dingen je allemaal kunt beleven in de buurt van dit meer. Ook leg ik je wel uit hoe je het beste hier je buikje vol kunt eten'.

Zo vertrok Snelvoet en al snel verdween hij achter de struiken die overal om het meer groeiden. Roodje keek goed om zich heen. De wereld leek zo groot. Hier bij het meer was de hemel zo uitgestrekt en de oppervlakte van het meer liep maar door en door tot in de verte. Dit was heel anders in het bos en de muis voelde zich maar een kleintje in deze grote wereld. Hij voelde zich alsof de nieuwe wereld hem zou opeten en dat de zonnestraal hem nooit zou kunnen vinden. Daarom besloot hij maar een wandeling langs het meer te maken. Hij hoopte dat dit hem zich beter zou doen voelen.

Er waren veel ondiepe plassen waarin het water schitterde en met een gil van plezier dook hij in zo'n plas en spetterde daar naar hartenlust. Toen hij klaar was, klom hij op een rots om in de avondzon te drogen. Hij zag dat een klein, mooi gekleurd visje in een andere plas aan het zwemmen was. De plas was zo ondiep dat iedere keer dat het visje met zijn vinnen schudde er zand in het water omhoog kwam. Verschillende keren kon hij zien dat het visje diens mond open en dicht deed. Er was iets aan de hand.

‘Dag visje, waarom leef je in zo'n kleine plas met water?' vroeg Roodje.

‘Eet me alsjeblieft niet op, kleine muis,' antwoordde het visje met moeite. ‘Ik ga dood als er niets gebeurt'.

‘Ik wil je helemaal niet opeten. Vertel me eens wat je daar doet!'

‘Ik ben in ondiep water weggevlucht om aan een roofvis te ontkomen. Ik ben in de zon in slaap gevallen. Terwijl ik aan het slapen was, verdampte het water om mij heen en nu kan ik niet meer terug naar dieper water. Maar wat doe je nu, muis?' zei het visje die zag dat Roodje ineens hard aan het graven was in de modder.

Roodje zei niets maar groef een kanaaltje van het diepe water naar de plas, zodat het visje gered was want het kon nu weer naar het diepe water zwemmen.

‘Alles is goed, muis! I ben hier', zo klonk de stem van het visje vanuit het meer. O wat ben ik je dankbaar, muis. Je hebt niet eens gemerkt dat ik langs je zwom, zo hard was je aan het graven. Je bent een goede muis. Jammer dat je niet als een vis kan zwemmen, want dan had ik je van alles onder water laten zien. Het is er zo prachtig. Je moet alleen oppassen dat een roofvis je niet te pakken krijgt'.

‘Overal is gevaar,' zei Roodje treurig. Niemand helpt een ander en overal, zowel in het bos als in het meer zijn er roofdieren'.

‘Het is niet overal gevaarlijk,' zei het visje met rollende ogen. Hier is het geweldig! Het water in het meer is zo helder als kristal en de zonnestralen kunnen helemaal tot de bodem komen. Ze zijn zo helder en zo warm, dat we zelfs een onderwater tuin hebben. Mijn vrienden en ik spelen daar dikwijls. Het beste stuk is de tuin der schatten. Alle schatten van het meer worden daar bewaard. Daar zijn parels en edelstenen tussen mooie waterplanten te vinden. Er zijn zelfs tovervissen te zien en tovervissen kan je nergens anders op de wereld zien. De parels schitteren zo prachtig als het donker is. Als er iets in het meer wordt gevonden, dan brengt de vinder het naar deze tuin der schatten. Dat is een grote eer. Ik ben nog een kleintje en ik heb nog nooit iets gevonden. Heb jij, kleine muis, ooit een schat gevonden?'

‘Ja! Dat was de wortel van het leven, maar ik heb die weer weggegeven'.

‘Jammer, want die had ik net zo mooi naar de tuin der schatten kunnen brengen. Jij zou dan bij ons onder water als een held bekend staan. Wij hebben veel helden. Paarlemoer is een held, want daar komen die prachtige parels vandaan. Die parels komen natuurlijk in de tuin der schatten terecht. Hou jij van parels? Het zijn net druppeltjes van licht'.

‘Ja, ze moeten wel erg mooi zijn. Ik weet zeker dat ik dat ook vind, maar ik heb nog nooit een parel gezien'.

‘Wacht hier,' zei het visje, ‘ik kom zo weer terug'. En het visje verdween in het diepe meer.

 

Page 3 of 4


 

In order that the sun of kindness
may always give light to our children
we would like to offer
this unique collection of stories about kindness

educational stories about friendship, love and wisdom
educational stories on family values: father, mother and all the family
educational stories on paintings and pictures
educational stories about music and musicians
creative book about numbers and maths
stories letters and one's mother tongue
childrens stories about professions and professionals
childrens stories on nature and the beauty of the Earth
stories and recipes: fruits and vegetables
educational book about grains and healing herbs
stories about honey, nuts and chocolate

SEARCH .I. MAP .I. E-MAIL .I. LINKS .I. E-CARDS